Vocabulaire leren

Incidenteel – intentioneel

Nieuwe vocabulaire kan op twee manieren geleerd worden: incidenteel of intentioneel (Hulstijn, 2012). We spreken van incidenteel leren als de leerling de betekenis van een onbekend woord leert door het herhaaldelijk tegen te komen in lees- of luisterteksten. Het aantal ontmoetingen dat nodig is om een woord incidenteel te leren wordt geschat tussen de 8-10 (Schmitt, 2008) en 16 ontmoetingen (Nation, 2013). De kans op incidenteel leren is om deze reden het grootst bij frequente woorden.

Alleen incidenteel leren draagt echter nauwelijks bij aan het verwerven van productieve woordenschat (Bimmel & Weststrate, 2014). Als het doel gespreks- spreek- of schrijfvaardigheid is zal er ook intentioneel geleerd moeten worden. Dit houdt in dat nieuwe woorden gepresenteerd, gesemantiseerd en geconsolideerd worden.

Presenteren, semantiseren, consolideren

Presenteren
Van oudsher worden nieuwe woorden gepresenteerd, gesemantiseerd en ingeprent aan de hand van tweetalige woordenlijsten. De voor- en nadelen hiervan zijn samengevat in onderstaande tabel (naar Bimmel & Weststrate, 2014).

Voordelen Nadelen
Vertrouwde methode

Kost weinig tijd en moeite

Gemakkelijk te toetsen

Context ontbreekt of is niet pregnant

Niet alle woorden zijn één-op-één te vertalen

Leerlingen blijven in hun hoofd vertalen, dit zit fluency in de weg

Tegenwoordig prevaleert de opvatting dat woorden in pregnante contexten gepresenteerd moeten worden. Het voordeel van het presenteren van nieuwe woorden in een betekenisvolle context is dat het de leerling kan helpen om de woordbetekenis te achterhalen (Mondria, 2006). Echter, Mondria (2006) stelt dat met name concrete woorden ook zonder context geleerd kunnen woorden en bovendien in context geleerde woorden uiteindelijk gedecontextualiseerd moeten worden.

Semantiseren
In de semantiseringsfase besteedt de docent expliciet aandacht aan de
woordbetekenis, welke uit verschillende aspecten bestaat (Figuur 1 (Schmitt, 2008)). Deze aspecten omvatten onder anderen:

  • hoe klinkt het woord?
  • hoe wordt het uitgesproken
  • hoe wordt het geschreven?
  • welke betekenis heeft het woord?
  • welke synoniemen kent het woord?
  • met welke woorden gaat het samen?
  • in welke context gebruik je het woord?

Schmitt noemt diverse studies die aantonen dat leerlingen profijt kunnen hebben van tweetalige semantisering als eerste stap.

Consolideren
Hierna moeten de leerlingen de kans krijgen om hun woordkennis te verrijken door ze herhaaldelijk in verschillende betekenisvolle contexten tegen te komen. Nieuw verworven kennis wordt namelijk snel weer vergeten als er niets mee wordt gedaan. Dit blijkt uit het onderzoek van de Duitse leerpsycholoog Ebbinghaus, samevergeetcurvengevat in zijn zogenaamde “vergeetcurve” van betekenisloze lettergrepen. Volgens Baddeley (1984) is deze curve ook van toepassing op betekenisvolle woorden. De curve laat zien dat direct na het leren er een hoge retentie is, maar dat na een uur al bijna de helft vergeten is en na één dag zelfs meer dan 60%. Dit toont aan dat een woord één keer leren geen zin heeft.

Literatuur:

Bimmel, P., & Weststrate, C. (2014). Vreemde-Talen-Didactiek in Veertig (en meer) Werkbladen. UvA.
Hulstijn, J. (2012). Woorden leren: een kwestie van aandacht en herhaling. Levende Talen Magazine, 99(7), 26–29.
Mondria, J.-A. (2006). Mythen over vocabulaireverwerving. Levende Talen Tijdschrift, 7(4), 3–11.
Nation, I. S. P. (2013). Teaching & learning vocabulary. Boston: Heinle Cengage Learning.
Schmitt, N. (2008). Instructed second language vocabulary learning. Language Teaching Research, 12(3), 329–363.